Narrow your search

Library

KU Leuven (11)

EhB (4)

KBR (1)

UGent (1)


Resource type

dissertation (9)

book (6)


Language

Dutch (12)

English (2)

Undetermined (1)


Year
From To Submit

2017 (2)

2016 (3)

2015 (1)

2014 (5)

2012 (1)

More...
Listing 1 - 10 of 15 << page
of 2
>>
Sort by

Book
Positief gedrag aanmoedigen in de buitenschoolse opvang
Authors: ---
Year: 2014 Publisher: Brussel Erasmushogeschool Brussel

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Book
Ouderparticipatie in de kinderopvang
Authors: --- ---
Year: 2014 Publisher: Brussel Erasmushogeschool Brussel

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Book
Hoe kan een gezinsbegeleider op een goed onderbouwde manier een moeilijke boodschap overbrengen zonder de vertrouwensrelatie in het gedrang te brengen?
Authors: --- ---
Year: 2014 Publisher: Brussel Erasmushogeschool Brussel

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Tijdens dit onderzoek werd er gezocht naar een manier om moeilijke gezinssituaties in te schatten, en te communiceren met de ouders, rekening houdende met de verschillende gezinssituaties binnen het CKG. Zo werd gekeken hoe er vanuit een gezamenlijke visie een moeilijke boodschap overgebracht kon worden naar ouders, met aandacht voor de belangrijkste kenmerken van een helpende relatie.


Book
Veel geluk : het grote geluksonderzoek : hoe kunnen we ons geluk en dat van anderen versterken?
Authors: --- --- --- --- --- et al.
ISBN: 9789401422994 Year: 2014 Publisher: Tielt : Lannoo,


Book
Bouwen aan welbevinden en betrokkenheid : Invloed van de fysieke ruimte
Authors: --- --- ---
Year: 2014 Publisher: Brussel Erasmushogeschool Brussel

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Dissertation
De depressieve moeder in interactie met haar baby : een literatuurstudie.
Authors: --- --- ---
Year: 2005 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Psychologie en pedagogische wetenschappen. Departement Psychologie

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Book
The role of infant temperament, maternal personality and mentalization in the socio-emotional development of children.
Authors: --- ---
Year: 2009 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Psychologie en pedagogische wetenschappen. Departement Psychologie

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Transactional relationships between parental personality and child temperament in infancy and toddlerhood.

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Recent research highlights the influence of both parent and child features on the child’s development. While previous research in this area mainly focused on linear theoretical models, recently bidirectionality between parent and child has been emphasized. In addition, existing studies in this area suffer from important shortcomings, such as an overreliance on mother-reported temperament only. Recent studies investigating the mechanisms explaining these parent-child transactions demonstrate the influence of parental personality and parenting stress on the development of child temperament and on the quality of parent-child relationship. Yet, there is a dearth of research in this area. Hence, the aim of the present study is to address these limitations and integrate state-of-the-art theories and methods in the investigation of early developing temperament, parental personality and parenting. More specifically, a number of key assumptions in this area were examined from a transactional or dynamic interactionism perspective, using multi-informant (fathers, mothers) data from two one-year prospective longitudinal studies of parents and their biological child (from infancy to toddlerhood). In the first study (N = 121) we adopt a variable-centered approach (Chapters 2-5), whereas the second study focuses on a person-oriented perspective (N = 105) (Chapter 6). In Chapter 1 the main theoretical frameworks informing this study are outlined. These include Rothbart’s temperament theory which proposes three temperamental factors, namely Surgency/Extraversion, Negative Affectivity and Effortful Control, and Blatt’s two polarities model, in which both Self-criticism and Dependency are considered as central dimensions in normal and disrupted personality development. These theories are discussed within broader theoretical frameworks emphasizing the importance of transactional processes and relationship quality, i.e., emotional availability and goodness of fit between child and parent. Chapter 2 examines whether temperament can be assessed in the earliest developmental phases, i.e., in infancy and toddlerhood. Confirmatory Factor Analyses replicated the three factor structure of temperament that has been identified in older children and adults. Moreover, we found evidence for factorial invariance for mother and father report, as well as evidence for the stability of these factors from infancy to toddlerhood, but also considerable changes in temperament over this one-year interval. Chapter 3 and 4 focus on transactional relationships among parental self-criticism and dependency, parenting stress, and the development of child negative affectivity (Chapter 3) and effortful control (Chapter 4), respectively. Using a cross-lagged, Structural Equation Modeling (SEM) approach, in both chapters, support for a stress-generation model was found, i.e., relationships among parental personality and child temperament were in part explained by parenting stress. Moreover, we found a number of ‘parent-to-child’ effects, but, against expectations, failed to find ‘child-to-parent’ effects. Chapter 5 investigates another potential mechanism involved in transactional relationships among parental personality and child temperament that may interact with parenting stress, namely emotional availability. Results showed a direct negative effect of parental personality on emotional availability, which was fully mediated by parenting stress. Moreover, we found evidence for moderated mediation, i.e., child extravert and regulating temperamental features attenuated the strength of these relationships. In this study, we also found a reciprocal effect, i.e. higher levels of emotional availability in the dyad resulted in lower personality-related vulnerability in the parent. In Chapter 6, a person-oriented approach is adopted. We showed that the three temperamental prototypes that have been identified in older children and adults can in part be replicated in infancy and toddlerhood. Specifically, a resilient, high negativity and low reactivity temperament cluster were identified. These temperamental prototypes showed high continuity and low longitudinal stability and were in theoretically expected ways differentially related to child development. In Chapter 7, we provide a summary of findings, discuss limitations and clinical implications, and situate the main findings of this PhD study in the light of contemporary issues in both empirical research and clinical practice with regard to early development. Taken together, findings reported in this study highlight the importance of considering dynamic interactions between both parent and child characteristics in assessing development change in the earliest years of life.

Keywords


Dissertation
De invloed van depressieve symptomen bij adoptieouders op de socio-emotionele ontwikkeling van adoptiekinderen
Authors: --- --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Liese Gijsens, De invloed van depressieve symptomen bij adoptieouders op de socio-emotionele ontwikkeling van adoptiekinderen. Masterproef aangeboden tot het verkrijgen van de graad van Master of Science in de psychologie. Examenperiode: juni 2016 Promotor: Prof. Dr. Patrick Luyten, Copromotor: Dr. Sara Casalin Uit empirisch onderzoek blijkt dat depressieve symptomen bij biologische ouders een negatief effect hebben op de socio-emotionele ontwikkeling van hun kind. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat kinderen van moeders met een postnatale depressie minder responsief zijn naar de moeder toe, moeilijker gedrag vertonen, meer alleen spelen en dat ze in contact met anderen op een meer negatieve manier reageren. Depressie bij de vader kan eveneens een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van het kind. Wanneer adoptieouders lijden aan een depressie tijdens en na de kindkomst, wordt er gesproken van een ‘postadoptie depressie’. Desondanks er al verschillende onderzoeken zijn gebeurd met biologische ouders is er een lacune omtrent het onderzoek bij adoptiegezinnen. Adoptieouders verschillen van biologische ouders doordat zij vaak alvorens de kindkomst al een moeilijke geschiedenis achter de rug hebben, bijvoorbeeld in verband met het aanvaarden van hun onvruchtbaarheid. Het doel van deze masterproef is om zicht te krijgen op de invloed van depressieve klachten bij adoptieouders op de socio-emotionele competenties van hun adoptiekinderen. Deze masterproef is een onderdeel van de Leuvense Adoptiestudie, een lopende longitudinale studie over internationale adoptie in Vlaanderen. Deze masterproef focust zich op het tweede (T2) en derde (T3) tijdsmoment (tussen 2 tot 3 weken na kindkomst en 6 maanden na kindkomst, respectievelijk). Er namen 78 ouders (met een leeftijd tussen 27 en 46 jaar) aan het onderzoek deel samen met hun kind (tussen 4 en 30 maanden op moment van toewijzing). Aan de hand van zero-order correlaties en hiërarchische multiple regressieanalyse worden de volgende hypothesen getoetst: Ten eerste verwachten we dat adoptiekinderen minder goede socio-emotionele competenties ontwikkelen naarmate de ernst van de depressieve symptomen bij de adoptieouders stijgt. Ten tweede verwachten we dat adoptiemoeders met depressieve symptomen een grotere negatieve invloed uitoefenen op de ontwikkeling van de socio-emotionele competenties van hun kind in vergelijking met adoptievaders met depressieve symptomen. In het onderzoek wordt er voor enkel de eerste hypothese een gedeeltelijke evidentie gevonden. Enkel de socio-emotionele competenties op T2 en de depressieve symptomen op T3 hebben een voorspellende waarde voor de socio-emotionele competenties op T3. Tenslotte worden er in deze masterproef suggesties gedaan voor volgende onderzoek en de klinische praktijk.

Keywords


Dissertation
Een cross-culturele studie naar temperament en psychopathologische symptomen bij peuters in België en Nederland.
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Cross-culturele studies stellen ons in staat om variaties in innerlijke beleving en zichtbaar gedrag bij mensen uit verschillende culturen waar te nemen en laten ons individueel gedrag van een mens begrijpen vanuit zijn culturele context. Op deze manier kunnen we ook op langere termijn relaties tussen temperament en gedrags- en emotionele problemen binnen een welbepaalde cultuur beter begrijpen en verklaren. Binnen deze masterproef onderzoeken we België en Nederland in een cross-culturele studie naar temperament en gedrags- en emotionele problemen. Meer bepaald proberen we (1) verschillen in percepties op vlak van temperament en probleemgedrag tussen Belgische en Nederlandse ouders weer te geven, (2) bekijken we verschillen in het verband tussen temperament en gedrags- en emotionele problemen in België en Nederland en (3) onderzoeken we hoe internaliserende en externaliserende symptomen kunnen worden voorspeld door de verschillende temperamentfactoren, namelijk Positief Affect (PA), Negatief Affect (NA) en Effortful Control (EC), waarbij we nagaan of ‘land van herkomst’ deze verbanden modereert. Aan het onderzoek namen 32 Nederlandse en 52 Belgische ouders met een peuter tussen de 18 en 36 maanden deel. Hiervoor vulden deze ouders verschillende (online) vragenlijsten in, welke peilden naar temperament en gedrags- en emotionele problemen. De gegevens werden geanalyseerd door middel van t-testen, correlationele analyses en meervoudige hiërarchische regressievergelijkingen. De bevindingen tonen verschillen aan tussen Belgische en Nederlandse ouders op vlak van de beoordeling van het temperament en gedrags- en emotionele problemen bij hun peuters. Zo blijken Nederlandse ouders hun kind een hogere score te geven op ‘sociabiliteit’, ‘EC’ en ‘aandacht verschuiven’ en blijken Belgische peuters een hogere score te krijgen op ‘frustratie’. Op het gebied van probleemgedrag geven Belgische ouders hun peuters consequent een significant hogere score dan Nederlandse ouders over hun peuters. Wat betreft het verband tussen emotionele en gedragsproblemen enerzijds en temperament anderzijds blijken in België gedrags- en emotionele problemen voornamelijk negatief samen te hangen met de temperamentfactor ‘EC’, terwijl in Nederland de verschillende probleemgedragingen positief gecorreleerd blijken met de temperamentfactor ‘PA’. Ook komen significante verschillen tussen beide landen naar voren in de verbanden op vlak van ‘emotionele reactiviteit’, ‘internaliserende symptomen’ en in de ‘totale problemenschaal’. Tot slot werden internaliserende symptomen voorspeld door hogere niveaus van ‘NA’ en lagere niveaus van ‘EC’. Externaliserende symptomen kunnen voorspeld worden door lagere niveaus van ‘EC’. Voor beide symptomen bleek land van herkomst als moderator te fungeren. Ons onderzoek kan leiden tot een beter cultureel begrip over temperament en beschermings- en/of risicofactoren die een invloed kunnen uitoefenen op de ontwikkeling van een kind. Echter omwille van een gebrek aan studies die België en Nederland op vlak van temperament en psychopathologische symptomen vergelijken, zou toekomstig onderzoek kunnen helpen om onze resultaten te verduidelijken en bevestigen.

Keywords

Listing 1 - 10 of 15 << page
of 2
>>
Sort by